verzet en illegaliteit

In de Tweede Wereldoorlog hebben vele Nederlanders gekozen voor verzet tegen de
Duitse bezetters. Daarvoor werden illegale organisaties opgericht om met anderen
activiteiten te ontplooien. Een voorbeeld was het uitgeven en verspreiden van
verzetsbladen waarin nieuws werd opgenomen waarvoor geen plaats was in kranten die
door de bezetters werden toegestaan. Zo was ook in Haarlem een groep actief die Je
Maintiendrai verspreidde. Mensen die daarbij betrokken waren liepen het risico opgepakt
te worden door de Nederlandse en Duitse politie. Hier volgt het verslag van mijn
onderzoek. Willem Kaptijn was een van de gearresteerde groepsleden. Mijn interesse
voor dit onderzoek is gewekt door de herinneringen van zijn oudste dochter en
kleindochter, die een maand voor zijn overlijden is geboren in zijn huis.

Verzet in Haarlem van 1940-1945 door OD en Je Maintiendrai

Willem Kaptijn

Willem Kaptijn

Persoonlijke getuigenissen als gevangene

Persoonlijke getuigenissen als gevangene.
Na de mededelingen in eerder gevonden stukken over verzet van Kaptijn tegen de Duitse overheersing werd ik in een publicatie attent gemaakt op getuigenverklaringen tegen verdachten in processen tegen politiemensen die jacht maakten op verzetsmensen. Deze waren tot nu toe nauwelijks bereikbaar. Tevens leek het me goede optie ook te zoeken naar zijn persoonsdossier bij de Binnenlandse strijdkrachten als opvolger van de OD. Deze informatie maakt onderdeel uit van bestanden in het Nationaal Archief die beperkt openbaar zijn.  
In de bewaarde beperkt openbare bestanden zijn gegevens opgenomen over mensen die niet meer in leven zijn maar ook waarvan dat niet bekend is en pas toegang mogelijk is als er een bewijs is dat de verzochte persoon is overleden. De regelgeving voor de privacy vereist om gegevens in archieven over levende personen te beschermen. Dit heeft tot gevolg dat de gegevens over de in 1948 overleden Kaptijn pas ter inzage zijn na een toestemming omdat in zijn persoonlijke stukken ook namen kunnen zijn genoemd van personen die nog in leven kunnen zijn. Het persoonsdossier van de BS is beperkt openbaar tot 2027 en die de bijzondere rechtspleging tot 2025. Dit heeft onder meer tot gevolg dat het niet is toegestaan reproducties te maken. In beide bestanden zijn dezelfde feiten opgenomen die reeds elders zijn gevonden en waarvoor ik eveneens toestemming heb gekregen voor raadpleging. Ook heb ik vernomen dat er geen bezwaar is om deze gevonden gegevens, zoals deze verwerkt zijn door mij, verspreid mogen worden. Deze informatie is nu vindbaar via dit weblog. De gevonden informatie bevat persoonlijke getuigenissen die tot nu toe niet in deze vorm bekend waren van Kaptijn maar wel grotendeels de inhoud. Meer details over de inhoud staan in een aanvulling op het eerste deel van de beschrijving van mijn speurtocht.
Zijn personeelsdossier bevat de volgende stukken: een registratiekaart en een ontslagbrief uit 1945. Een algemeen formulier met vragen en handgeschreven antwoorden en ondertekening van Kaptijn in 1946 over zijn werkzaamheden voor de OD en de gevolgen van zijn arrestatie en de gevangenschap in Vught. Een begeleidende brief van Kaptijn uit 1947 met twee een doorslag van rapporten opgesteld door Kaptijn over de OD in Haarlem.  Dit was reeds gevonden in de nagelaten papieren van zijn oudste dochter. Het laatste stuk is een handgeschreven brief na zijn overlijden. Dit persoonlijk schrijven van zijn jongste  dochter was bedoeld namens haar moeder en geeft inzicht in de directe gevolgen van zijn dood voor zijn vrouw en twee dochters. De jongste dochter is in 1963 overleden. Als directe getuigenis van het overlijden van haar vader is dit een tot nu toe onbekend maar zeer waardevol schrijven met een reactie van de ontvanger van de brief hoe deze de situatie beoordeelt.

De strafdossiers CABR van verdachten en veroordeelden bevatten onder meer getuigenissen van Kaptijn. Ook zijn verklaringen opgenomen van zijn vrouw en oudste dochter die aanwezig waren bij de inval in zijn woning  en de arrestatie van Kaptijn. Daarin staat beschreven wat de rol is geweest van Nederlandse politiemensen in Haarlem bij de overval en arrestatie door SD'ers o.l.v. Fake Krist in het huis van Kaptijn in 1943 en de daaropvolgende ondervraging en gevangenneming in Haarlem, Groningen en Vught. De getuigenis is niet uitgebreid en gaat vooral om aspecten die nodig waren als bewijs voor de veroordeling van strafbare handelingen van de politiemensen als verdachten. Ook van vele andere getuigen zijn verklaringen opgenomen met soortgelijke beschrijvingen. Er komt nauwelijks aan de orde hoe Kaptijn als gearresteerd verzetsman, voormalig militair in Nederlands-Indie  in de door Nederlanders en Duitsers beheerde gevangenissen behandeld en mishandeld is en wat er gebeurde met hem dat de oorzaak geweest kan zijn van zijn vroege overlijden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten